De term ‘verward gedrag’ is de afgelopen tien jaar een veelbesproken onderwerp geworden, met name door de politie, die sinds 2013 gevallen van verward gedrag centraal registreert. Het begrip is echter moeilijk te definiëren, omdat het verschillende situaties beslaat, variërend van suïcidale dreigingen en overlast door dementerende mensen tot personen die door drugsgebruik buiten de realiteit staan.
Er is een groot verschil tussen hoe politie en zorg het begrip verward gedrag interpreteren. Voor de politie draait het om verstoring van de openbare orde en veiligheid, terwijl in de zorg 'verward' verwijst naar een cognitieve toestand, zoals een delier. Dit heeft geleid tot spanningen tussen zorg- en veiligheidsinstanties, waardoor de term 'onbegrepen gedrag' werd geïntroduceerd. Dit benadrukt de interactie tussen personen en de omgeving, waarbij het gedrag door de omgeving vaak niet begrepen wordt.
Sinds de invoering van de E33-registratiecode door de politie in 2011, is het aantal registraties van verward gedrag explosief gestegen. In 2023 waren er meer dan 141.000 registraties, een toename van ruim 300% ten opzichte van 2012. Deze cijfers geven echter geen volledig beeld van de problematiek, omdat registraties niet hetzelfde zijn als unieke personen en sommige individuen meerdere keren worden geregistreerd.
Hoewel het aantal meldingen van verward gedrag bij de politie blijft toenemen, is er geen eenduidig verband te leggen met een toename van psychische problematiek onder de bevolking. Het gaat vaak om bredere maatschappelijke factoren, zoals individualisering, sociaaleconomische problematiek, en een ingewikkelder wordende samenleving. Mensen vinden moeilijker hun weg naar passende zorg, wat leidt tot een groter beroep op de politie.
De complexiteit van dit fenomeen vraagt om een gecoördineerde aanpak waarbij zorg, veiligheid en maatschappelijke organisaties samenwerken. Interventies zoals street triage en de psycholance zijn ontwikkeld om efficiënter op meldingen van verward gedrag te reageren. Het verbeteren van samenwerking en begrip tussen instanties en het ontwikkelen van passende zorgopties blijft echter een uitdaging.